Voorkomen van een hartaanval

Tegen erfelijke aanleg op een hartaanval kan natuurlijk niets gedaan worden, maar andere risicofactoren zijn wel te beïnvloeden. Het belangrijkste hierbij is het proces van aderverkalking tegengaan. Dit kan door niet te roken, voldoende te bewegen en overgewicht tegen te gaan. Eet verder gezonde voeding: wees matig met vet, zoet en zout. Eet juist wel veel vezels, groente en fruit. Ook met alcohol moet u voorzichtig omgaan. Drink niet meer dan twee glazen alcohol per dag. Voor diabetespatiënten is het van belang om hun bloedsuiker zo optimaal mogelijk in te stellen.

Het voorkomen van een hartaanval valt uiteen in twee soorten preventie: primaire preventie en secundaire preventie. Primaire preventie richt zich op mensen die nog geen hart- of vaatziekte hebben gehad. Secundaire preventie richt zich op patiënten die reeds een hart- of vaatziekte hebben gehad.

Primaire preventie

Mensen die nog geen hart- en vaatziekten hebben, kunnen wel primair preventief handelen ter voorkóming van hart- en vaatziekten. Het eventueel aanpassen van de leefstijl is hierbij het meest relevant: meer gaan bewegen, stoppen met roken en niet te vet eten. Zo handelen zij pro-actief bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. Ook kunnen zij hun cholesterol laten meten (laten ‘prikken’) en hun bloeddruk laten meten. Het belangrijkste hierbij is dus het wegnemen van zoveel mogelijk risicofactoren.

Secundaire preventie: patiënten die reeds een hart- of vaatziekte hebben (of hebben gehad)

Patiënten de reeds een hart- of vaatziekte hebben of hebben gehad, zijn gebaat bij het wegnemen of verminderen van de bekende risicofactoren, maar daarnaast kunnen zij baat hebben bij het gebruik van medicijnen. Bijvoorbeeld om de bloedstolling te verminderen of om de bloeddruk te verlagen.

Patiënten die reeds een hart- of vaatziekte hebben of die reeds tekenen van vaatverkalking vertonen, kunnen het beste bloedverdunners innemen om te voorkomen dat de kransslagader plots zou dichtklonteren. Verschillende medicijnen kunnen preventief werken.

ACE-remmers
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de pompkracht van het hart. Hierdoor verbetert de werking van het hart. De kans om (opnieuw) een hartinfarct te krijgen wordt kleiner.

Clopidogrel
Clopidogrel wordt ingenomen om het risico op vorming van bloedstolsels in verkalkte bloedvaten (slagaders) te voorkomen en werkt dus preventief tegen een hartaanval en beroerte. Clopidogrel werkt net als aspirine (acetylsalicylzuur) op de bloedplaatjes, maar volgens een iets ander principe. Een bloedplaatje is een heel ingenieus onderdeel van het bloedstollingssysteem en het heeft een aantal wegen waardoor het zijn functie kan uitoefenen. Aspirine werkt op één weg en blokkeert die. Dan zijn er nog drie, vier andere wegen over. Clopidogrel blokkeert weer een iets andere weg.

Er zijn nieuwe ontwikkelingen waarbij clopidogrel wordt gecombineerd met aspirine (acetylsalicylzuur). Bij hoog-risicopatiënten zoals patienten die pijn op de borst of een hartinfarct hebben gehad is de behandeling dan nog effectiever. Verder kan clopidogrel een goed alternatief zijn voor mensen die niet tegen aspirine kunnen, doordat zij bijv. maagklachten krijgen op aspirine of overgevoelig zijn voor aspirine.

Acetylsalicylzuur
Aspirine (acetylsalicylzuur) remt de vorming van bloedpropjes en verdunt het bloed. Hierdoor neemt de kans op het dichtklonteren van de kransslagader af. Een variant op acetylsalicylzuur is carbasalaatcalcium. Het verschil tussen de twee is, dat de laatste minder maagklachten kan geven én opgelost in water kan worden ingenomen (opgedronken).

Bètablokkers
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. De kans om (opnieuw) een hartinfarct te krijgen wordt kleiner.

Antistollingsmiddelen
Antistollingsmiddelen remmen de vorming van bloedpropjes af en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van een hartinfarct verkleind.

Calciumblokkers
Calciumblokkers verlagen de bloeddruk, verminderen de zuurstofbehoefte van het hart en beïnvloeden de hartslag. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van een nieuw hartinfarct verkleind. Deze middelen worden alleen voorgeschreven als andere geneesmiddelen niet in aanmerking komen.